1 jun 2013

Appelbloesem

reflectie op de dialoog van 31 mei

Is 'zijn' te beschrijven? Onmogelijk. Er staat niets buiten het 'zijn' om het 'zijn' te beschrijven. Waar verwijzen dan alle teksten naar? Geen flauw idee.

Alles is hetzelfde 'zijn'. Met alles is niets uitgesloten. Het is voorbij duaal en non-duaal. Het omvat alles en zichzelf. Iedere scheiding is uitgesloten, onmogelijk te vinden.

Er is een gevoel van scheiding. Er is een gevoel van afscheiding, van ik en jij, van een onoverbrugbare afstand. De één die nooit de ander bereikt. Om deze afscheiding teniet te doen wordt er gecommuniceerd. Er worden afspraken gemaakt, en verwachtingen in het leven geroepen. Er worden verwachtingen ingelost en er worden teleurstellingen verwerkt.

Er is ons vanaf het begin verteld dat er een wereld is. Een buitenwereld. De buitenwereld functioneert door de afspraken die collectief zijn gemaakt en door enkelen die ze hebben gedicteerd. We nemen aan als vanzelfsprekend dat dat klopt en we leven er naar of we schoppen er tegen aan.

Maar stel nou, dat er geen buitenwereld is. Stel dat jij de enige bent. Vanuit het ik gevoel is dat een verschrikkelijk idee. Het stelt de ultieme eenzaamheid voor. Alles wat je ziet, hoort en voelt inclusief het zien van zogenaamde anderen, het kijken naar tv beelden, blijken geen onafhankelijk bestaan te hebben buiten jezelf. Het zien is jezelf en wat gezien wordt is het zien zelf, wat je zelf bent. Stel dat dat zo is?

Dan staat de wereld niet op z'n kop, dan sta jij op de kop, dan is alles 365 graden gedraaid, van buiten naar binnen, of eigenlijk van nergens naar nergens. Het is het verdampen van een levenslang in standgehouden idee, dat jij op jezelf staat en het is het einde van jouw leven, want er is dan geen suggestie meer van een jouw en mijn. Jouw leven kan alleen bestaan omdat er anderen zijn die het hebben bevestigd, want het ik en mijn zijn begrippen die heel vroeg in de harde schijf van onze hersenen zijn geprogrammeerd.

Stel dat het zo is, wat ik allemaal heb beschreven?

Durf je eenzaam te zijn, want dat is wat het oproept, die gedachte dat jij alleen bent?

Waarom ik dit schrijf? Het is de diepe diepe eenzaamheid dat je leidt naar eenheid, stilte en 'zijn'. Het is de volledige kwetsbaarheid in je alleen zijn en in het grote onbegrijpen verkeren, wat mogelijk de ingrond van 'zijn' blootlegt.

Stel dat er iets in je opborrelt dat verlangt naar dat ene 'zijn', dan is dat al een gebeuren waar je je alleenheid in ervaart. En niemand kan je vertellen hoe je er kan komen en niemand kan iets van 'zijn' aan je overdragen. Het is je eigen volkomen enige pad, want dat iets wat in je opborrelt, wat knaagt is net zo onbeschrijfelijk en overdrachtelijk als dat waarvan je denkt dat je het misschien vinden zult.

Hoe ik dit weet? Dit kan ik onmogelijk weten. Het suggereert dat er een ik is die weet. Die 'ik' is op zichzelf niet te weten. Hoe kan niet weten iets te weten komen? Over 'zijn' kan ik niets zeggen. Dan zou ik mezelf moeten kennen, maar dat wat het kennen eventueel mogelijk maakt is dat wat onbenoembaar is en soms stilte, zijn, God, of wat dan ook genoemd wordt.

Het is de vraag of dat wat gekend wordt werkelijk gekend wordt. Is dan die wereld die ik zie werkelijk een wereld? Is de afspraak die gemaakt is, dat we mensen zijn en individuen en planten en dieren, stenen en water wel echt?

Niet dat ik het weet. Voor mij is er geen echt of onecht, geen duaal of non-duaal. Het kan me geen moer schelen of er God, 'zijn' of stilte is.
Ik kan nergens omheen, omdat er niets is waar ik omheen kan. Er is geen enkele scheiding te trekken, te vinden. En de zoeker is identiek aan wat er gevonden wordt. Tussen mond, hap en brood geen verschil.
Het lukt me niet iets van iets anders te onderscheiden of los te maken, laat staan dat ik kan verwijzen naar iets en het weet.

Je zult het zelf moeten uitzoeken, als tenminste die behoefte in je opborrelt. En alles wat enigszins erop begint te lijken is niet meer dan het oude, de gewoonte die je al kende, of gewoon bent. Zolang dat wat je uitzoekt ergens op lijkt is er nog vergelijking en verschil.

Misschien is er in het vinden alleen verschil te vinden. Niet dat, niet dit.

En wat maakt dan het zoeken en vinden tot een einde?

Geen flauw idee.

Ineens is het er niet, maar dat kan niet, want dan is er nog steeds een verschil tussen wel en niet.

De golven worden veroorzaakt door de wind, maar de golven kunnen er niets aan doen, dat de wind stil valt en de golven verdwijnen in de stilte van een zee.

De bloesem weet niet hoe de appel smaakt. De Appel is zich van geen bloesem bewust. Als de bloesem bloeit is er geen appel. Als de appel er is, is er geen bloesem. Als de appel valt van de boom zijn er geen bloesem en appel, maar in alles, de boom, de bloesem en de appel is de potentie van de boom, de bloesem en de appel al aanwezig. Ze lijken verschillend, maar zijn hetzelfde.

Hoe ik dit weet? Nou laat ik het zeggen, dat ik het niet weet en begrijp.
Dat het zo is, is me net zo helder dan dat het niet is en omdat het geen verschil maakt, maakt het niets uit.

Appelmoes!!!






27 mei 2013

Zijn, vrij van ideologie en traditie




Langs vele jaren, en vele mensen zijn er enkelen geweest die met heel hun wezenlijke zijn, handelen en spreken een diepte in mij raakten. De wezelijke kern; een onveranderlijke toestand, welk het weten niet echt benoemen of theoretiseren kan. Deze enkele mensen waren vrij van ideologie en traditie. Ik spreek over mijn grootvader, ouders, Paco Parra en Mieke Werts en Tieneke Bertelink.
Jan van Delden een leerling van Wolter Keers lijkt in een traditie te staan, maar zijn expressie is geheel eigen en vrij van ideologie. Dat is tenminste wat bij me binnenkwam en wat de laatste twijfels deden verdampen. Hans van Dam is sinds enkele jaren de vriend die me vaak nog eens goed doet laten kijken om van de zekerheid die niet in woorden te vatten is niet opnieuw een ideologie en traditie te maken.

In alle openheid, kwetsbaarheid en ziennendheid is dit blog een podium voor me om op welke manier dan ook de vreugde, de troost en helderheid te delen welk 'Zijn' oproept in zoals ik het noem 'het pakketje' (lichaam en psyche)
Er valt verder geen gewin of belang uit te halen, daar er niets werkelijks over te dragen is, geen kennis, geen techniek, geen verbetering van welk leven dan ook, geen zeven stappen naar succes of geld. Er is alleen een verwijzing naar 'Dit' en kijk om je heen en kijk naar binnen in wat jij jezelf noemt. Meer is er niet waar ik naar kan verwijzen. Je hoeft er dus niet voor langs te komen, cursusgeld te betalen, pleeën te poetsen en dikke boeken lezen. Ook hoef je niet verhoord te worden of je iets begrepen hebt en je hoeft niets te laten vallen wat ogenschijnlijke verlichting in de weg staat. Wanneer er behoeften in je opkomen om te faceliften, handopleggingen mee te maken, energydrinks te nuttigen of er een bijzondere seksuele geaardheid op na te houden, niets houd 'Zijn' tegen, niets staat 'Zijn' in de weg, want alles is het.

In mij zijn alle bovengenoemde dingen direct terug te brengen tot één uitdrukking: 'Zijn'. En zelfs dat woord roept nog zoveel controversiële krachten op, dat er net zo goed niets gezegd of geschreven kan worden. Dat er hier een behoefte opkomt tot schrijven, wat helaas ook weer voor verwarring zorgt bij sommigen is ook wat het is, en werkelijk, ik zou niet anders weten en kunnen, dan dat wat is en gebeurt.

Dit blog heb ik jnana-yoga, gewoon 'zijn' genoemd. Deels verwijst deze naam naar traditie. Een traditie die gebaseerd is op zelf-onderzoek. Het zelf-onderzoek waar de advaita Vedanta naar verwijst. Ik ben geen Hindoe, heb verder geen oosterse spirituele aspiratie's en bij nader inzien is zelf-onderzoek een zelf in stand houdende methode. Want wie zoekt wie? Is iets wat al is; Zijn nodig om te zoeken? Als je de bakker een eurootje gaat betalen die je gewoon in je portemonnee hebt zitten, ga je ook niet eerst op zoek in alle hoeken van je zakken en tas. Zo simpel is het zien van je natuurlijke staat. Je bent er al, je staat er middenin en kijkt er ook nog vanaf elke hoek naartoe. Het is alleen het ongeloof en de pijnlijke gedachte dat je niet genoeg bent, dat je veranderen moet en vooral verbeteren moet wat “dat wat is, Zijn” verduisterd.

Iedereen gun ik de klare waarheid: Je kunt niet om jezelf heen, je kunt niet om dat wat is heen. So take it, because you can't leave it!
Neem het, wees het, wees alles wat is en laat je geen loer draaien dat er iets mis is, want niemand weet iets, niemand heeft waarheid in PACHT.

Zelf heb ik ooit voor de rechters gestaan. Drievoudig kamer. En waarachtigheid, de erkenning van wat is heeft recht doen “Zijn”, daar ben ik ook de drie rechters zeer dankbaar om. Maar dit kon, omdat ziennendheid niets achter hield!
Zijn erkend alles als zijnde zichzelf. Dit is voor mij het inzicht, dat vertrouwd is geraakt met mij als ogenschijnlijk persoon (het pakketje).

Dat er binnen de tradities van zelf-onderzoek zoals de Satsangwereld geoordeeld wordt en gewantrouwd wordt of iemand wel of niet gerealiseerd is of niet, wel of niet gerechtigd is om satsang te geven is opzichzelf al wantrouwend te noemen. Niemand heeft het recht en de mogelijkheid 'zijn' of 'waarheid' te pachten. Niemand is bij machte onderscheid te maken. Pas wanneer het uitdragen van dát wat niet overdrachtelijk is, omdat het reeds al is, leid tot handel, hebzucht en uitsluiting van elk andere vorm van expressie van hetzelfde 'zijn' dien ik wel voorzichtig te zijn. Dan is voorzichtigheid op zijn plaats, want dan spelen er andere belangen. Terwijl ik me ook bewust ben, dat ook dat een noodzakelijkheid is wat niet anders kan zijn dan wat het is. Uiteindelijk leidt elke weg, elke ervaring tot helderheid, tot het 'zijn' zelf.

Van 'zijn' uit kan niets niet 'zijn' en daarom vind ik het belangrijk, dat dit blog wel een breder platvorm is met diverse zijwegen naar verschillende verwijzingen naar 'zijn'

Een blog is een plek om in vrijheid alles over een onderwerp te uitten. Daarom is dit voor mij ideaal. Ik noem, benoem, verwijs, hak graag ook weer mijn eigen bomen van ideeën om, om vooral niet in een vaste ideologie te belanden, met als gevolg, dat er oogkleppen ontstaan en opnieuw afgescheidenheid. In zulke gevallen zal ook elke verhelderende reactie welkom zijn en geplaatst worden en geen censuur plaats vinden.

Een goede reden heb ik om het woord Satsang die even zichtbaar is geweest op het blog bij de agenda weer los te laten en zijnsdialoog ervoor in de plaats te gebruiken. Laat ik het unieke proces, de ogenschijnlijke weg van dit pakketje (mijn lichaam en psyche) niet meer uitleveren aan traditie, want traditie kan niet overweg met uniciteit. Dat heeft al tot genoeg oorlogen geleid.
En ook de tijdelijke verbinding met satsang*nl werd door satsang*nl verbroken.
Wat ik betreurde, maar nu begrijp en vooral nu ook blij mee ben. Het is de verheldering waardoor ik dit blogbericht heb kunnen uitdrukken.

Ik geef dus geen satsang, maar zijnsdialogen (wat natuurlijk hetzelfde is) des te meer, want het enthousiasme die opborrelt wanneer jij ( doelend op de mensen die geregeld langskomen in de Meulenwerf of Centraal ) in volledige vrijheid en belangeloos en gelijkwaardig het 'zijn' en jouw verschijning met mij deelt is me een grote vreugde!

Mogelijk heeft een aankondiging van de Satsangdag in Boskoop geleid tot verwarring, dat ik Deeksha geef en onenessdagen doe. Dat is niet het geval. Daarvoor ben ik niet geïnitieerd en heb er ook niets mee te maken. Dat wil niet zeggen dat ik het afwijs. Wat mij betreft is elke weg er één, wat zich manifesteert in het 'zijn' zelf. Elke verwarring die dat heeft opgeroepen betreur ik, maar bij deze weer verhelderd.



21 mei 2013

Om te zijn, hoeven we niets te doen


Om te zijn, hoeven we niets te doen. Het is het enige constante onveranderlijke wat zich voordoet. Al het andere wat zich voordoet is veranderlijk, sterfelijk en dus betrekkelijk.

Je kunt onmogelijk niet zijn. Er hoeft dus niet naar gezocht te worden. Waarom we 'zijn' als woord gebruiken? Elk iets wat zich voordoet heeft 'zijn' in zich. De isheid is in alles. Zijn is de onveranderlijkheid in elke verandering. Het leven is continu in beweging en 'zijn' is de onaanwijsbare ingrond van het leven. Alles wat leeft is intiem verbonden of één met 'zijn'

Dat ik die isheid in alles 'zijn' noem is een kwestie van woordkeuze. Ieder temperament vindt zijn eigen woordkeuze. En geen woordkeuze is authentiek. Het is één en al overdracht. Elke zin over dit onderwerp is al reeds zwervende in de gedachtestroom van de mensen.

Voorbij de gedachte 'zijn' is geen gedachte. Waar geen gedachten is is ook geen weten. Het weten gaat alleen over voorbijgaande dingen. Het weten zelf is van voorbijgaande aard. En elk weten wordt bestreden, onderzocht, tegengesproken, overgenomen en vermeden. Er is in zekere zin geen echt weten, zolang het mysterie mysterie is.

Jnanayoga laat het weten net zo lang rondtollen tot het zichzelf in een failliete boel laat ontploffen. De Jnani onderzoekt net zo lang tot hij of zij de zoektocht en zelfs het jnani zijn als illusie doorziet en de grote vondst aan het einde van de zoektocht is: lege handen.

De lege handen betekenen ook geen verleden, heden en toekomst als realiteit. Wat er over blijft is dat wat is: onbenoembaar, ondeelbaar.

Geen woorden, geen verhaal. Er worden nog wel eens verhaaltjes verteld, woorden gebruikt, maar die zijn net zo leeg als elke seconde die voorbijtrekt. Lege handen, niets vast te houden.

'Zijn' is de laatste gedachte, net zoals 'ik ben' de eerste sensatie van de persoon is. 'Zijn' is de ingrond van 'ik ben' tegelijkertijd zijn beiden één. Al het andere wat verschijnt is onlosmakelijk verbonden en één met 'zijn' én 'ik ben'. Kortom uiteindelijk is zowel het onveranderlijke en veranderlijke 'zijn'

Maar deze woorden geven geen uitdrukking aan het grote wonder, het mysterie. Daarvoor zijn ze te beperkt, te onwaar. Het mysterie ben je. Daar kan ik niets over zeggen. Het wonder ben je, daar kan ik niets over zeggen. Waarheid is in jou, daar kan ik niets over zeggen.

'Zijn' is alles wat ik kan zijn. Een continu lege ervaringloze toestand, waarin elke ervaring komt en gaat zonder een spoor achter te laten.

In elke komende en gaande ervaring uit zich een doodnormaal mens- zijn, universeel.

Hoe deze onveranderlijke onkenbare toestand te realiseren? 

De kenner kan het ongekende niet kennen, omdat het ongekende de kenner zelf is. Jij bent 'zijn' en om dat wat je bent te realiseren kan je hooguit dat wat je niet bent doorgronden. Paradoxaal is dat éénheid pas werkelijkheid wordt wanneer er eerst goed onderscheid gemaakt is tussen wat werkelijk is en niet. Door goed te kijken naar alles wat je ziet van voorbijgaande aard kan het gebeuren dat alle dingen en belevingen het absolute, het 'zijn' spiegelt. 
Het denken lijkt de boosdoener, de scheidende factor, maar ook het denken valt als object te zien en kan in werkelijkheid geen scheiding bewerkstelligen. Nadat realisatie een feit is, blijkt ook de niet-realisatie een illusie geweest te zijn en is realisatie eigenlijk dat wat is, zoals het altijd al was. Het is het wegvallen van de zoeker en weer in overgave met lege handen het leven in al zijn facetten te leven, zonder weerstand en zonder weerstand tegen de weerstand. Het is een diepe realisatie dat er niets en niemand is die werkelijk het leven beheersen kan. 
De Bhakti methode is er één van overgave, devotie voortkomend uit dit inzicht dat het leven niet een maakbare beheersbare toestand is en dus je laten vallen in het gebeuren zelf kan uiteindelijk ook tot realisatie leiden. Uiteindelijk komen de Bhakti en Jnani samen.
Je hoeft niets te doen om te 'zijn', toch lijkt er een traject te zijn die gelopen moet worden om tot inzicht te komen. Om volledige zekerheid te vinden in 'dat alles goed is en heel en volmaakte liefde' Dit traject is opzicht al liefde, omdat er bij de zoeker een intuïtief besef is dat liefde het enige motief is in alles wat is. In zekere zin heeft de zoeker al geproefd van het beminde en weet de echte zoeker wat hij zoekt. Dat zal hij ook vinden.






16 mei 2013

In de bloei van Zijn



Er is een verstilde beweging iets uit te drukken in woorden wat niet in woorden uitgedrukt kan worden. En tegelijkertijd zijn de woorden er uitdrukking van. Het is een volle uitdrukking van alles, dat inhoud aan zichzelf geeft. Het behoeft geen onderbouwing. Het is zo vol en oneindig van zichzelf dat er onmogelijk ook maar enig verantwoording valt af te leggen over het waarom?
Daarin rust de zekerheid waarin de geest van de mens tot stilte komt. Niet een beëindiging van gedachten, zeker niet, maar elke gedachte en elke beweging die het lichaam maakt is er één doordrongen van stilte. Doordrongen van niets. Doordrongen van een open niet wetende sfeer.

Terwijl de geest als uitdrukking naarstig probeert dit te begrijpen en te plaatsen in de tijd en ruimte waarin de geest zijn bestaan lijkt te hebben, gaat de doordrongenheid van de open niet wetende sfeer onvoorwaardelijk zonder enige beperking door en verbrandt telkens weer iedere beschrijving, iedere verwijzing en elke tegenstrijdigheid.

Elke verwijzing in welke vorm dan ook is er één van liefde, want het is de beschikbaarheid, de scheppende kracht die naar zichzelf verwijst. Het ene binnen het ene. En natuurlijk is het voor de ratio misschien een onmogelijke opgaaf, een vage beschouwing als deze, zonder enige onderbouwing te volgen. Dat besef ik. Ik kan als 'ik' alleen maar nederig zijn en erkennen dat ik niets weet, maar er is niets meer te overtroeven of te verdedigen. Het ik waarmee ik verwijs naar dit lichaam en de geest, die deze uitdrukking tot stand kan laten komen rust zacht in zijn vorm, doordrongen en omringt door een sfeer van een open niet wetendheid. Deze open niet wetendheid is als sfeer zo helder en onbegrensd dat het iedere beperking die daarin oplicht opneemt in zichzelf. Elke grens die gezien wordt verdwijnt in het zien ervan zelf.

Hoe woelig het leven in momenten ook is. Elk moment lost direct op in het momentloze. Het pijnlijk soms ook de vorm kan zijn, elke pijn lost direct op in het vormloze. Het genot dat het leven in de vorm geeft verdwijnt elk moment weer opnieuw in een peilloze leegte. En wat blijft er over? Een soort echo van herinnering, die in de beleving van tijd geen houvast kan hebben. Het laat los als vanzelf. Het loslaten is een gebeuren en hoeft niet gedaan of beoefend te worden. Er is in dit moment, in 'zijn' niets vasthoudends. Dat hoeft ook niet. Alles wat is, is zolang het nodig is, dat wat het is. Er zit een diep inzicht in dat wat is. Niet een inzicht dat met de ratio is te bevatten. Het inzicht laat zich herkennen in de tegengestelde. Beide kanten van de munt zijn even groot en de munt is een ongescheidden geheel.

Er is geen disharmonie in de harmonie als er inzicht is dat de harmonie een eenheid is van tegengestelden. Welke kant de aandacht vraagt, de andere kant deint evenveel mee. Zo zijn de schalen van de weegschaal altijd in één lijn met elkaar.

Zijn is zo'n onvoorwaardelijke gift aan zichzelf. Het geeft presentie aan zijn niet-presentie. Het laat in alles zien wat het niet is en tegelijkertijd is het alles wat het zich laat zien. Het is een genade, een wonderlijk verdrinken in zichzelf waarbij het lichaam en de geest als ik, een mens, verwonderd deze toestand leeft. Het voelt zo natuurlijk, zo vanzelfsprekend, dat het denken er een conclusie aan verbindt; de natuurlijke staat van Zijn.
Wat die staat dan is is natuurlijk onmogelijk te weten. Het is alleen maar te beschrijven met wat gebeurd, wat de ratio in woorden uitdrukken kan, en waarom?

Omdat de ratio gewend was verhalen te vertellen, over van alles en nog wat. De jeugd, de hobby's en vooral over anderen, wat die doen of niet doen. En over goed en kwaad, of handig en onhandig en ideeën over hoe alles anders moet.

Nu de ratio ondergedompeld is in een oneindige sfeer van niet-wetendheid, kan het eigenlijk alleen nog maar daar over verhalen. Waar het hart van vol is...

Dat wat de ratio grenzeloos overstijgd en overspoeld maakt de ratio dienstbaar aan dat.

Met dankbaarheid gadeslaan wat het aangeleerde in een soort repeterende melodie een onbeschrijvelijk schouwspel van licht en beweging beschrijft. Dat er zo'n particulier 'dit' zichzelf éénmalig voortbrengt en tegelijkertijd gezien wordt dat het éne zijn zich in miljarden zijnen uitdrukt, zonder ook maar iets af te doen van het éne zelf. Grenzeloze grenzen, onbeperkte beperkingen, en onbereikbare bereikbaarheid.

Je bent er.
Je zult er nooit zijn.
Je kunt er niet van weg.

Als je het zoekt zal je het vinden.
Als je niet zoekt ben je niets kwijt geraakt.
Als je stopt met zoeken begint daar je nieuwe zoektocht.
Als je doorgaat met zoeken, zoek dan met grootse hartstocht!


4 mei 2013

Zijn: vrij, tijdloos en onveranderlijk.


Reflectie op de zijn-avond van 3 mei.

Om de illusie van het ik te doorzien is het van belang eerst het begrip 'ik' te begrijpen. Wat is het en wat wordt er mee bedoeld?

Wanneer we het trachten te lokaliseren wijzen we direct naar het lichaam. Het lichaam lijkt het centrum van ons ik-gevoel. Daarna wijzen we naar ons hoofd, bedoeld de gedachten aan te wijzen. De denkbeelden suggereren een onafhankelijke denker. Deze onafhankelijke denker labelt gevoelens die als sensaties in het lichaam opkomen en verdwijnen. Door het labelen worden er oordelen aan opgehangen en zo ontstaat er weerstand en sublimiteit.

Deze situatie schept een zichzelf isolerende kramp, die gevoed wordt door uit zichzelf ontstane weerstanden en sublimiteiten. Van daaruit wordt er via de zintuigen een buitenwereld waargenomen vol met andere geïsoleerde krampen die elkaar niet meer kunnen benaderen door alle interne weerstanden en sublimiteiten.

Vanaf nu is taal noodzakelijk om als afgescheiden krampen toenadering te zoeken om als ikken te overleven. En taal is vaak ontoereikend, waardoor conflicten onvermijdelijk zijn.

Ondanks dat het 'ik' geen werkelijke substantie heeft en nauwelijks te definiëren valt blijft het geloof erin hardnekkig.

Deze avond, onder de gewelven van café Centraal ging over het hardnekkige geloof in 'ik'. Zittend in comfortabele fauteuiltjes met een glas wijn of mineraalwater. De informele sfeer riep op tot een eerlijk kijken naar dát wat we 'ik' noemen.

Een prachtige conclusie is, dat wanneer we over onszelf spreken we toch klaarblijkelijk de kenner zijn van dat wat we onszelf noemen; het ik.
Deze conclusie bevestigd dat 'zijn' of het 'zien zelf' de werkelijkheid is waarin het ik-gevoel wordt waargenomen.

Dit direct bevrijddende inzicht lost alle noodzaak op om het ik te bevestigen of te ontkennen. De ik-kramp waaraan geleden word is een directe reflectie van het 'zien' zelf en daarmee een open deur naar je ware natuur: grenzeloos zijn.

Dit grenzeloos gewaar zijn werd ook nog even onderzocht, de één met de ogen dicht, weer een ander om zich heen kijkend. Waar eindigt de ik kramp?
Nu nauwelijks vast te stellen. Het lijkt gewoon over te gaan in de omgeving en zelfs tussen zien en dat wat waargenomen wordt is geen grens vast te stellen.

Er hoeft niets gedaan te worden en geen lange weg bewandelt te worden om vast te stellen dat er geen grenzen zijn en dat afgescheidenheid louter een foutief idee is, dat direct gecorrigeerd wordt door de herkenning dat het zien zelf bewustzijn is en de ingrond is van alles wat zich als tijdelijke manifestaties in hetzelfde bewustzijn verschijnt. Daar we het tijdelijke voor eeuwig aanzien worden we continu gedesillusioneerd. Dit schept weer de onrust om te zoeken naar werkelijke eeuwigheid. Het kan toch niet zo zijn dat na de dood van ons lichaam alles voorbij zou zijn? Zo wordt ons lichaam ook een huis voor de ziel genoemd. De ziel is het 'ik' waarvan we hopen dat het verder reist naar hemelen of zielerijken tot zelfs een opnieuw incarneren op deze planeet en het liefst als mens natuurlijk.

Maar als 'zijn' het huis is waarin het lichaam en identiteitsgevoel wordt waargenomen, waar moet dan dat 'ik' naartoe? Een 'ik' dat bestaat uit lichamelijke sensaties en gedachten.

Bij het sterven van het lichaam is ook de bron van de 'ik' sensatie verdwenen. Wat onveranderlijk blijft is het zijn. Universeel, onpersoonlijk én ongekend, omdat het instrument als vorm en generator (het lichaam) verdwenen is. En met het verdwijnen van het lichaam verdwijnt de hele wereld, kortom in wat jij bent, het zijn zelf verschijnt dát waarvan je veronderstelt dat jij het bent en de hele wereld. En het is pas de wereld op het moment dat je er via ideeën er betekenis aangeeft. Om de betekenis te handhaven en het 'ik' te doen voort te laten bestaan hebben we een geheugen nodig en daardoor is alles wat we ervaren een voortstuwend geheugen.

Om toekomstige ervaringen die vanuit het geheugen geconditioneerd zullen zijn prettiger te maken en beter te doen laten functioneren hebben we therapie bedacht. We sleutelen aan 'ik', proberen het 'mij' te doorgronden en te verbeteren. We werken in de marge. We klotsen met de golven, terwijl de zee onveranderlijk rustig blijft waar het is.

De eenvoud van direct zien lost de vernauwing van de ik-sensatie op. Opnieuw verwijs ik hier naar. Herken als golf dat je de zee bent en vrijheid, eeuwigheid en onveranderlijkheid valt je toe, omdat je dat bent: vrij, tijdloos, onveranderlijk 'zijn'

Daarmee is de zoektocht naar bevrijding, verlichting en vervulling ten einde. En kan het leven gewoon geleefd worden zoals het zich aandient in bewust 'zijn'.

21 apr 2013

Zijn, niets verhevens!

Verlichting is geen verheven toestand. Er is geen niet-verlichte toestand en geen wel-verlichte toestand. Al ervaren vele mensen dit wel en zullen er velen niet met mij eens zijn. 

Ik vergelijk verlichting ook wel eens met mijn tuin. Alle bomen en planten zijn vormen die kunnen bestaan dankzij de zon. De zon moet er eerst zijn wil er iets kunnen gaan groeien. De zon moet er eerst zijn wil er water verdampen en tot regendruppels weer vallen op de groeizame planten in mijn tuin. Het zonlicht en zonnewarmte zijn voelbaar, maar ook indirect. Het is geen materie. Het is energie. Het is licht. En of de planten het nou weten of niet, ze bestaan in en dankzij het licht. Elke verscheidenheid van begroeiing bestaat in één enkel licht.

Wat met de planten in mijn tuin logisch lijkt is net zo logisch dat wij bestaan dankzij het licht. Of we het beseffen of niet, elk mens komt voort uit en is hetzelfde licht. Dat licht is bewustzijn. Het bewustzijn omhelst zelfs de zon, want wij kunnen de zon zien, en om te zien hebben we bewustzijn nodig. Aangezien elk mens ziende is, is elk mens bewust en dus bewustzijn. Gradaties doen er niet zo toe, die worden louter gebaseerd op onbeduidende dingen, die gebaseerd zijn op denkbeelden en uiterlijkheden. Ook gedragingen doen er niet toe, want die zijn louter gebaseerd op maatschappelijke en sociale voorkeuren en afwijzingen.

Een verlichte is dus niet te herkennen aan intelligentie, uiterlijk, gedrag of status. Het kan iedereen zijn. En weet je waarom? Iedereen is in potentie allang in een staat van verlichting. Het enige verschil tussen velen en een enkeling? Velen zijn zich er niet van bewust, of hebben er nog nooit van gehoord, zijn er niet mee bezig, vragen zich niets af en leven gewoon. En een enkeling ontwaakt uit de droom van het leven door een inzicht, dat hij of zij gedragen wordt door licht. Deze enkeling heeft het licht ontdekt in alles wat hij waarneemt. Hij is het licht zelf waardoor hijzelf als mens, maar ook de wereld waarin hij leeft zichtbaar is.

Zijn is voor mij een verzamelnaam voor licht en inhoud. Dus de zon én de tuin, bewustzijn én lichaam. Hierdoor is er geen scheiding. De waarheid is zowel de eeuwigheid als de tijdelijkheid leven zolang je leeft in het lichaam die je bewoond.

Als het ervaren van licht nog moeilijk is voor jou, blijf dan stilstaan bij wat je wel ervaart. Het is de weg terug. Ervaar je lichaam en je emoties, voel je van kruin tot teen. Al is voor vele spirituele tradities het lichaam en de wereld een illusie..? Zoek het niet verder dan waar je bent. Zoek niet meer dan wat er is, het is precies dat wat er is dat jou laat zien dat je het zien zelf bent. Als je je realiseert dat jij het zien zelf bent, is het nog maar een piepklein stapje om in te zien, dat het zien zelf een open deur is naar licht. 

Verlichting wordt vaak verkeerd begrepen. Het wil niet zeggen dat de ballast die je in het leven ervaren kunt ineens opgelost is. Het wil ook niet zeggen dat je in een verheven toestand onthecht bent en verlost van je lichaam en denken. Het is eerder hechting en vereniging. Het is eerder een totale verantwoordelijkheid voor alles wat zich voordoet. In zien wordt niets ontzien.
Licht belicht alles. Er is dus geen ontkomen aan. Sterker nog, als je geen zin hebt in moeilijkheden of confrontatie, ga dan vooral niet het pad van verlichting bewandelen. blijf dan leven zoals je leeft, want uit mijn mond zul je nooit horen dat er ook maar iets minderwaardig is.

Voor mij is duidelijk, dat alle mensen en de hele wereld, de hele natuur al reeds in het licht staat. Of er weet is of niet, het hele lichtspel is al een wonder op zichzelf. Het kan niets meer of minder zijn.

Laat ik wel duidelijk zijn, dat deze mooie woorden hierboven niet pretenderen dat ik het weet.

Het is een zeer beperkte, onvolkomen activiteit om hierover te schrijven. In essentie kom ik uit bij een niet begrijpen. Het licht zien, wil nog niet zeggen dat ik weet wát het licht is, of dát het licht is, waar het vandaan komt en ook geeft het geen antwoord op de zin van dit alles. Het heeft me ook geen fysieke of geestelijke voordelen opgeleverd. Ik ben er ook niet wijzer door geworden. (licht is het zoveelste synoniem voor dat wat ik niet kan benoemen)

Het heeft me wel gelukkiger gemaakt. Er is geen noodzaak meer om te zoeken naar iets anders. Het is juist het zien van de onvrijheid, waarin het organisme (Lichaam en psyche en wereld) zich bevind, wat vrijheid schept. Kortom niet iets anders willen, dan dat wat is.

bij elke vraag die ik krijg kan ik daar naar verwijzen; waarom iets anders willen dan wat er is? Als het waarom als antwoord in jou helder is geworden, dan kan je daar naar kijken. Meestal of eigenlijk altijd is het pijn wat vermeden wordt. Als pijn werkelijk totaal gezien kan worden, brand het vanzelf weg in het licht.

Dat het onbegrijpelijk is en wonderbaarlijk, omdat het onze intellectuele pet te boven gaat is maar goed ook. Het denken te weten heeft al genoeg schade en pijn aangericht. Een heldere aanvulling op deze tekst is dit interview: Paul Smit interviewt Anamika.

http://www.youtube.com/watch?v=k3tCmh7G21g&feature=youtu.be

16 apr 2013

Zijn, de enige waarheid (bijgewerkt)

(Heb aan dit blogbericht nog wat toegevoegd voor de duidelijkheid. Dit is het voordeel van het bloggen.)

Zijn is volmaakt, al het andere wat er in verschijnt en manifesteert is onvolmaakt.(met onvolmaakt bedoel ik niet dat het niet goed is) 

Alles wat zich in 'zijn' voordoet doet zich alleen maar voor. Het heeft dus alle schijn tegen. Wat ik ook wel eens zeg, is dat alles wat zich in 'zijn' voordoet onvolmaakt is, omdat het zich continu aan het aanpassen is. 

*Een fladderende vlinder veroorzaakt een orkaan duizenden kilometers verderop.....  

Of zoals het aanpassen van mijn lichaam, dat moe en pijnlijk op de bank ligt, terwijl er werk genoeg ligt en een lief dochtertje graag met me buiten zou willen wandelen. Zij past zich weer aan door haar kast met speelgoed leeg te halen om zich dan toch maar zelf te vermaken. Aanpassen en worden, daar is alles mee bezig, alles wat verschijnt in 'zijn'

Aanpassen en worden. Daar zitten de meeste mensen in gevangen. Deze situatie is pijnlijk en vraagt enorm veel energie. Dat maakt dat mensen zoeken in van alles en nog wat. Comfort is er zo één. Het je zo gemakkelijk mogelijk maken met techniek, luxe, geld en genot. Een andere vorm van het je zo gemakkelijk mogelijk maken is die van spiritualiteit. We geven aan de pijnlijke situatie gewoon een betekenis, die hoger of abstracter is. We zeggen dan; het is Gods wil, of we zeggen dat het ons karma is die we moeten vervullen of we noemen het persoonlijke groei of we gaan prat op ons rugzakje vol moeizaam opgedane ervaringen en enkelen noemen zich daarmee ook nog wijs. Dan is er nog de zoeker naar bevrijding. Dat zijn de mensen die eigenlijk zelfdoding willen zonder zich daadwerkelijk voor de trein te gooien. Die willen er niet meer bij zijn, maar ook niks missen. daarbij is er de hoop al tijdens het leven Nirwana te bereiken. Helaas zijn er ook nog enkelingen die vanwege de pijn daadwerkelijk het leven beëindigen. Kortom aanpassen en worden is een pijnlijke aangelegenheid.

En toch vertel ik dat 'zijn' volmaakt is en waarheid heeft. Het is volmaakt, want het heeft geen tegenpool, waar het zich mee moet verhouden en het is waar, want het is het enige onveranderlijke, en vrij van ieder verschijnsel wat zich er in voor doet. Ook is het een waarheid, want het is niet te bestrijden. Het kent geen tegendeel. Niemand kan zeggen dat hij niet 'is' Zelfs alle tijdelijke en veranderlijke dingen zoals je lichaam en je gemoedstoestand zijn, omdat in zijn geen scheiding kan bestaan. Zijn en daardoor is alles, maar dat wil niet zeggen dat alles wat is het ene 'zijn' is. Uiteindelijk is alles één. Toch om dit helder te begrijpen is onderscheid maken wel een belangrijke stap.

hierboven benoemde zoektochten van mensen, allemaal om één ding en dat is vrij worden van pijn. (Graag voeg ik eraan toe, dat zijn niet te vinden is, maar alleen te zijn. De zoektocht is dus eigenlijk alleen een uitstellen van bewust zijn, wanneer het bewust zijn dan toch aandient, wil het nog niet zeggen dat iemand ergens van bevrijd is. Er is geen ontkomen aan pijn, wel wordt het gezien vanuit een pijnloos besef van zijn, waardoor er ook een beter begrip is hoe en waarom pijn ontstaat. De pijn neemt geen loopje meer met je, want dat wat je "je" noemt is een onpersoonlijk zijn geworden, wat weer niet wil zeggen dat je een ongevoelig mens wordt, integendeel, de intensiteit wordt voller. Het leven wordt vol-ledig geleefd. Niets kan nog toegevoegd worden, niets kan er van af. Alles is zoals het is, onvolmaakt doch perfect. De functie van satsang of 'zijnsdialogen' is alleen het bewust zijn te verhelderen. En al wat het in de weg staat zichtbaar te maken. Hiervoor hoeft niets gedaan te worden, dan zitten, zien en misschien er iets over te spreken. Het is geen tour de force)

Hoe is dat bij mij zo gegaan? Daar wil ik best wat over vertellen. Alhoewel het een verhaaltje is en dat verhaaltje zeker geen waarheidsgehalte kan hebben, vanuit het oogpunt waar ik sta.

Er was in het gezin waarin ik geboren ben veel ruimte om zelf ideeën te mogen hebben. Mijn ouder waren artistiek en hadden veel belangstelling in allerlei culturen en religies. Zeker wat kunst betreft. Zo werd ik al opgevoed met vele goden die geen goden hoefden te zijn. De filosofische aard heb ik zeker van mijn ouders en grootouders geérfd. Mijn opa wees me naar de oude kastanjeboom en vroeg me goed te kijken. Hij probeerde me te laten zien dat wanneer je de boom werkelijk wilt zien je ieder idee over die boom moest kwijtraken. Om de boom te begrijpen, moest je eigenlijk alle kennis over die boom loslaten. Een hachelijk proces voor een jongen van twaalf.

Wat opa me heeft doen laten inzien is dat er schijnbaar mensen zijn zoals hij die iets wisten wat ik niet wist en waarvan de meeste mensen geen weet hebben en zelfs geen enkele belangstelling voor hebben. Sinds die tijd hebben mijn gevoelssprieten altijd open gestaan voor zulke mensen. Ik ontmoette een schaapherder Miquel. Zonder dat hij werkelijk iets zinnigs vertelde gebeurde er iets met me, door puur in zijn nabijheid te zijn. Aangezien ik nog heel jong was en niet precies wist wat er gaande was kon ik het niet plaatsen. Het enige was dat ik merkte, dat bij hem te zijn, zitten of mee wandelend de waarheid dichterbij leek. Het was een intuïtief iets en zeker nog niet verhelderend. 

De oude zeeman Paco Parra kwam op mijn pad en terwijl ik een neiging had om depressief te worden als puber, was hij het die met een moker vastgeroeste ideeën omver sloeg. De belangrijkste opmerking die hij dikwijls maakte was, dat alles een leugen is, zelfs de leugen dat alles een leugen is. Deze verwarring, deze dreun naar niet-wetendheid werkte zeer bevrijdend. Hij verwachtte geen intellectuele hoogstandjes van mij. Ik hoefde er niet mee aan te komen. Ik hoefde nergens mee aan te komen. Met niets was ik genoeg voor hem.
Nooit hebben we ooit over verlichting gesproken. Zelf had ik nog geen idee van verlichting. Ik was vijftien, zestien jaar en het voelde als in waarheid zijn, wanneer ik samen met Paco de vissersboten de haven binnen zag varen. 

Na terugkomst in Nederland verdween mijn Spaanse jeugd op de achtergrond. Het lijden werd heviger en depressies dieper. Ik werkte en vocht voor een redelijke plaats binnen zowel relaties en maatschappij. De relaties waren ziekelijk, verminkt en weinig gelijkwaardig. Het werk ging moeizaam en het maatschappelijk systeem leek ver van de waarheid die ik bij Miquel en Paco had ervaren.

Toen kwam ik op 25 jarige leeftijd alleen in een bovenhuis boven Mieke Werts te wonen. Bijna direct voelde ik een gelijksoortige toestand als bij Paco en Miquel. Ook wees ze me erop dat elk probleem die ik schetste een denkbeeld was. "denken!" riep ze dan. Ze werd meteen een goede vriendin. Ik wilde zo vaak mogelijk bij haar zijn, omwille van de waarheid die zonder enige twijfel of discussie door haar heen scheen. Als vriendin kon ze nauwelijks voldoen aan mijn verwachtingen en vaak voelde ik me niet gezien of gehoord en toch, omwille de waarheid bleef ik haar trouw en klaagde ik niet. Nooit heb ik het doel gehad om iets te bereiken. Het was een vastbeslotenheid, ik kon niet anders. Later pas begreep ik, dat door de helderheid die via haar bij mij binnendrong mijn eigen mist kon verdampen. 

Tegelijkertijd in dat proces ontmoette ik Tieneke Bertelink, die op het moment dat ik ziek was mij geheel belangeloos hielp. Mijn lichaam was ziek en mijn leefwijze ziekmakend. Wat als waarheid intuïtief was gebleven wist zij met heldere woorden tot mijn verstand te brengen. Hierdoor kon mijn zelfbeeld zich ontspannen en zich terug geven aan dat waar het uit voortkomt, 'zijn'. 
Na vele boeken over non-dualiteit te lezen bracht ze me op een zondagochtend naar Bergen Noord Holland. Daar zou Jan van Delden de "stoelendans" geven. Zonder flauw benul wat me te wachten stond was alles wat hij vertelde één grote herkenning. Eén samenvallen van Miquel, Paco, Opa en Mieke en Tieneke. Een zekerheid overviel me. Een zekerheid die elke betrekkelijkheid omhelsde. 'Zijn'.

Hiermee kwam ik terug bij Paco. Inmiddels zeer oud. Hij waardeerde het samenzijn waarbij filosofie of ander geklets totaal overbodig werd. Hiermee kwam ik terug bij Mieke, waarbij filosofie en ander geklets totaal overbodig werd. Nu was er alleen nog maar gewoon 'zijn', heel gewoon, alledaags en zonder enig vraagstuk.

Ben ik nu verlicht? Geen idee, ik weet nog steeds niet wat het is. Ondanks dat ik een zoeker was, was ik nooit op zoek naar verlichting. Wel naar waarachtigheid, maar zelfs waarheid als begrip heeft geen enkele houvast meer. Een briefwisseling en twee ontmoetingen met Hans van Dam 
(niet-weten.nl ) heeft waarheid als object en concept nog eens vermorzeld! 

Zijn, de enige waarheid, die als waarheid niet bestaat. Alles wat bestaat smeekt om waar te zijn, maar omdat het als opkomen, blinken en verzinken geen duurzaamheid kan hebben, is alles wat bestaat relatief. Is 'zijn' dan absoluut? Ja, alleen kan ik het bestaan ervan niet aanwijzen. Niemand kan dat. En toch is het dankzij alles wat niet de waarheid is kenbaar. Dankzij het zien van onwaarheid is er waarheid. ( zie onder: de spiegel )

Ben ik nu een ander mens. Nee, en vooral geen beter of slechter mens. Wel kan ik zeggen dat alles waarachtig is zoals het is - of onze gedachten er nu een goed/slecht labeltje er aan hangt of niet - dat komt omdat er geen scheiding is. Mijn tijdelijke lichaam is doordrongen van 'zijn'. Mijn gedachten en gevoelens zijn doordrongen van 'zijn'.

Vroeger was ik me meestal niet bewust van mijn grote teen. Sinds de zekerheid me overviel wordt niets meer ontzien, of niet gevoeld en tintelt het hele lichaam en wordt het hele organisme als een onafhankelijke toestand ervaren. Zo ook het universum waar mijn lichaam door gevoed wordt is een onpersoonlijk en onafhankelijk organisme. Alles is teruggeworpen tot natuurlijkheid en dus zonder enig twijfel of vraagstuk.

Is er een pad naar deze toestand? Ach, dit verhaal lijkt een pad. Maar ik heb hem echt niet bewandeld. Het is gebeurd. Het overviel me stap voor stap. Maar wat heeft het voor zin om daar enig voorbeeld uit te halen.

Het zijn met de mensen waarbij ik die waarachtigheid aanvoelde heeft me bij de waarheid gebracht. Paco en Miquel zijn dood. Mieke leeft. Geregeld lig ik bij haar op de bank en eten we samen brood. We drinken thee. We zwijgen of vertellen elkaar wat alledaagsheid. Nog steeds is de waarachtigheid helder!

Mijn advies voor jou? Wanneer je die waarachtigheid voelt bij iemand, maak er gebruik van. Ga erbij zitten. Niet omdat iemand wijs is of een goeroe, of een goed voorbeeld is voor anderen, nee. Gewoon om de waarachtigheid zelf.
Verwacht er niets persoonlijks in te vinden. Het is een onpersoonlijke bezigheid, want waarheid kan nooit persoonlijk bezit worden of persoonlijk zijn. Waarheid omvat alles en iedereen en doet ieder concept, zelfs die over de waarheid zelf verbleken.

Waarom ik dit alles vertel? Het moest gezegd worden. Er zijn mensen die mij haten en er zijn mensen die me liefhebben. Allemaal hebben ze voor een deel gelijk. Beide kanten liggen hier op de bank, met dorst, moeheid en buikpijn en een laptop op de schoot. Ik dank iedereen die een deel op dit pad is geweest, of er nou haat of liefde uit voortkwam. Beide aspecten zijn de enige twee waaruit gekozen kan worden zolang het om het persoonlijke gaat.
Ik nodig iedereen uit voor waarachtigheid te gaan en de vraag te stellen of iets waar is. 

De spiegel schoon poetsen tot het licht er volledig in weerkaatst en terug kan schijnen het licht in.

Nu ga ik wat drinken, de laptop opruimen en mijn dochter uit bed halen.




               

    

7 apr 2013

Zelf Commitment

Nabeschouwing over de dialoogavond van 5 april. Opgedragen aan John.

Zonder jou is er niemand. Maar om dat te doorgronden kan je niet anders dan te onderzoeken wie jij bent. We zijn gewend te zeggen, "ik heb een naam , ik heb een lichaam, ik heb kernkwaliteiten en ik heb mijn ups en downs etc."
Blijkbaar zijn alle dingen waar we onszelf voor aanzien, dingen die we kunnen hebben of niet hebben. Als we al die dingen nou niet zouden hebben? Ik heb geen lichaam, ik heb geen naam, wie zegt het dan nog? Geen zintuigen en geen hersenactiviteit met geheugen dat al het kenbare, dat wat we hebben kan benoemen en zelfs geen lichaam om te ervaren.

en toch zeggen we: ik heb een lichaam. Er is een besef dat we iets zijn dat een lichaam kan hebben. Dat "iets" gaat dus vooraf het hebben van een lichaam. Het is "iets" dat de mogelijkheid heeft bewust te zijn van een te hebben lichaam. Het is dus bewust en het is. Het is, dus zijn en met bewustheid, dus bewustzijn.

Om opnieuw terug te keren naar bewustzijn vanuit de afgescheiden beleving een lichaam te zijn, een persoon te zijn, dien je te beschikken over Zelf Commitment. Jij bent de enige die deze ogenschijnlijke reis kan maken. Je moet eerst als persoon de zekerheid voelen, dat er een weg terug is. Dan kan je als persoon je aandacht op deze reis vestigen. Het is een serieuze aandacht. Halve aandacht werkt niet. Het is alles of niets.

Je kunt pas aan de overkant van de rivier inzien dat je als persoon nooit bestaan hebt. Pas aan de overkant van de rivier zie je dat bewustzijn alles doet, ook het zoeken naar zich-Zelf.

Het is makkelijk om met dit woordenspel vol logica het intellectueel te begrijpen. Hiermee is makkelijk aan de haal te gaan.

Maar dat is niet genoeg, want dan blijft er nog steeds die dualiteit en het gevoel van afgescheidenheid, iets te missen. Want dan is er alleen het idee van een persoon, die het weet, die zichzelf met de wijsheid in stand houdt, maar ondertussen rusteloos doorzoekt.

Je zult toch moeten springen. Een overgave. Een besef, dat je het met weten niet bereikt, de overkant. De kant van bewustzijn. 

Wat is dat, die overgave? Het is overgave aan de totale dualiteit. Het is een weerloos zijn aan de elementen die zoveel groter en machtiger zijn dan je lichaam of geest kan beseffen. Het is totaal nietig durven zijn. Het is het loslaten van elke weerstand en een opgaan in dat wat is, wat gebeurd en in elke actualiteit verblijven. Dat is springen! Durven weten, dat je het niet meer weet. Niet meer geïnteresseerd zijn in welk weten dan ook. Geloof niemand, ook jezelf niet en vertrouw erop dat de waarheid die we niet kennen zich aan jou openbaart wanneer elke conceptuele waarheid gedumpt is in de rivier. De stroom van het leven zelf. Geef terug aan het leven.

Geef jezelf terug aan het leven. 

Ik kan alleen vertellen dat dat mij is overkomen. Een terug geworpen zijn in de rivier, in de rivier van het leven. Niets van wat ik dacht dat ik was hield stand. Het leek alsof ik verdronk. Natuurlijk verdronk ik. Ik kan nauwelijks zwemmen, heb geen idee hoe te blijven drijven in de grootsheid en diepte van het leven. De rivier van het leven. 

Bij nader inzien bleek de gebruiksaanwijzing die men mij leerde hoe te leven totaal onbruikbaar in het echte leven van de rivier! 

Toch dreef ik af naar de overkant, zonder de rivier te verlaten. Door te verdrinken bleek, dat wat niet onder woorden te brengen valt gewoon de grootste gemene drager te zijn. Het 'zijn' zelf.

Ik kan honderdduizend keer zeggen, dat je je gedachten niet bent, dat je ze ziet komen en gaan in dat wat je bent, bewustzijn zelf, maar als je als mens niet springt en durft nietig te zijn, blijft het een oppervlakkig concept in de winkel van vele spirituele producten. Wat heb je aan een filosofie, die met gemak in te ruilen is voor een volgende filosofie, omdat het ons uitkomt, omdat we eigenlijk helemaal niet verlost willen worden van onszelf. We willen alleen maar pleisters en vertroeteld worden. We willen vermaakt worden. 
De naakte waarheid is te pijnlijk, te pijnlijk om echt te voelen. We willen niet voelen, maar afgeleid worden, juist verder van onszelf en daarmee nog verder van het ontdaan 'zijn'. 

Echt springen is er een van voelen, pijn voelen als er pijn is. Vreugde voelen als er vreugde is, verwardheid voelen als er verwardheid is, en durven zijn wat is is de meest dichtbije deur naar louter 'zijn'

Willen we werkelijk zelfrealisatie dan dienen we volledig in het duister te springen, want hoe kan je geloven wanneer ik zeg, dat je het licht al bent, als je niet eerst in het duister springt, om werkelijk onderscheid te zien zal je in het diepe moeten springen, je overgeven. Give it up!!!! Geen gezuip, geen gesnoep, geen andere verslaving, zelfs geen filosofie, wat ook weer een verslaving van het denken is. Geen Advaita, geen non-dualiteit, geen begrippen 'zijn', bewustzijn. Nada!!!!! En wanneer je denkt dat 'niets' het is. vergeet ook dat dan, want opnieuw word je weer besodemieterd met hoop, met worden, met verlangen niets of niemand te zijn. Ook niemand zijn is een aantrekkelijk doel, wat je niet doet springen.

Wat weerhoud je over te geven aan dat wat is? Terwijl wat is zich continu aandient en jou bij de hand wil nemen, de rivier in.

Leef!!! Zonder te begrijpen, want dat gaat nooit lukken, want zelfs het leven in het licht ziet er verbluffend anders uit dan je zult begrijpen.

   







   


20 mrt 2013

je natuurlijke staat is wat jij bent


Je natuurlijke staat is dat wat je bent.

Wat je bent is direct helder, nu.

Wat je bent is 'zien' en eigenlijk is dat het enige wat er is.

Er verschijnen gedachten over alles wat gezien wordt. Deze gedachten zouden niet bestaan als er geen zien zou zijn. De gedachten verbeelden en beschrijven een wereld. Omdat het verbeeldingen en beschrijvingen zijn, is het niet de wereld.

Wat is het dan wel?

Het zien en het geziene is één verschijnsel dat nu is. Dat is wat je bent. Het licht en dat wat belicht is.

Gedachten willen benoemen en beschrijven, maar het laat zich niet beschrijven en benoemen. Het is te onmiddellijk. Zodra het beschreven en benoemd wordt lijkt het weg, maar het is niet weg.
De gedachten zelf komen en verdwijnen onmiddellijk, als een ondertiteling.

Er lijkt een grotere aanwezigheid te zitten in de gedachtestroom zelf. Dit noemt men dan ego of ik. Dat lijkt ook zo, maar de grootste aanwezigheid kan niet anders zijn, dan 'zijn'

Het 'zijn' behoefd niet gezocht te worden, want het is.

Er is geen scheiding tussen zien en jou, tussen zijn en jou, tussen jou en alles wat in jou verschijnt. Alles is onlosmakelijk één zien.

Daarvoor hoeft niets gedaan te worden. Geen weg heen, geen weg terug. Alleen dit. Wees dit. En dat dit, is particulier, uniek en alleen van jou, omdat alleen jij er bent als ziennendheid.

Alleen gedachten hebben het over anderen en over toen en later.

Zie dat die gedachten in jouw 'zijn' bestaan als zeepbellen die vanzelf knappen. Zo plots komt de wereld in jou op en verdwijnt tegelijkertijd.

Je natuurlijkheid is ononderbroken, onveranderlijk en nooit ergens anders of weg. Het is dat wat je bent. Het zien, de helderheid, bewustzijn, hoe je het noemen wilt is als een soort baarmoeder waarin jouw lichaam, denken en voelen wonen.

Dat wat je bent behoeft niets en is onvoorwaardelijk, onaantastbaar en vredig.

Er is niets te doen. Er is niets te worden. Er is alleen zien. En ook als het niet gezien wordt, dan is dat wat gezien wordt. Dus is er zien.

Geen oefening. Geen aandacht. Geen meditatie. Geen dialoog. Geen satsang.

Niets is nodig om jou dichter bij jezelf te brengen. Wat je bent is jezelf.

Ik kan jou nergens heen brengen. Niet verder dan daar waar je nu bent, en daar ben jij de enige getuige van. Dat heeft niets met mij of iemand anders te maken. Wel ben ik bereid jou duizend keer te zeggen dat er niets te zeggen valt, niets te doen valt, nergens heen te gaan is en niets verandert kan worden.

Dit (en wijs je twee wijsvingers maar naar elkaar en zie) is alles wat is. En!!!!!!!!!!!! volkomen natuurlijk.








17 mrt 2013

'Zijn' en de wil


Reflectie op de dialoogavond 15 maart.

Om de wil te begrijpen dienen we goed naar onszelf te kijken. Waaruit ontstaat de wil? In directe zin is het een opkomende energie dat geuit wordt en geprojecteerd wordt richting een nog te bereiken doel.
Ook kan het een energie zijn waarbij het denken een label van bevestiging aan koppelt. Het denken claimt het dan als: dit is wat ik wil. Ook het hele gevoel kan dat bevestigen.
De grondslag van de expressie van het willen ligt in de aantrekking en afstoting (vermijding). Waar komt deze expressie vandaan? Natuurlijk net als elk verschijnsel uit de diepste bron: het onkenbare 'zijn'

De leegte schept vorm, en vormen trekken elkaar aan of stoten elkaar af. Zo ontstaat beweging en beweging is de grondslag van het leven. Dit bewegen is de schepper van het ecosysteem. De beweging zorgt dat het ecosysteem zich constant aanpast aan de huidige intrinsieke omstandigheden. Dit aantrekken en afstoten is de natuurlijke selectie om het leven op zichzelf voort te doen laten duren en te bekrachtigen. Wij als mens zijn daar bewust of onbewust direct in betrokken als onderdeel van het ecosysteem.

Het fysieke zijn: jouw vorm en jouw gevoel en denken zijn natuurlijk direct een uiting van de wil om te bestaan door het leven zelf. Ook dat gaat buiten jou om, want daarin heb je ook geen keus. Je bent. Dat is wat is. Je bent, is meteen ook het slot waarin je gevangen lijkt, want daar lijkt het concept 'ik' in te wonen. Maar zelfs de gedachte 'ik' komt altijd achteraf. Het 'ik' is altijd te laat. De beweging wat leven is is altijd eerder en nog eerder is het 'zijn', waarbinnen het leven zich in beweegt. Natuurlijk zijn er in werkelijkheid helemaal geen scheidingen. Die worden getrokken door het denken en dus altijd achteraf en niet waar. Deze uitleg heeft geen waarheid, maar: dient als doorn om de andere doorn te verwijderen.(een prachtig metafoor van Ramana Maharshi)

De wil als gedachte proces claimt de regie, maar is er wel zoiets als regie? Uitgaande dat het ecosysteem in kosmisch verband volledig één geheel is en geheel afhankelijk van het geheel is de regie ook de regie van het geheel. Ofwel eenheid regeert zichzelf. Wie zijn wij (lichamen die denken en voelen) in die eenheid? Een piepklein fragmentje natuurlijk deels en afhankelijk van de eenheid. Kunnen wij met ons denken de regie bepalen? Nee, het denken is altijd reactief, ofwel achteraf. Zodra de gedachte komt: ik smeer een boterham met pindakaas, is er al een hongergevoel als signaal van het lichaam uitgegaan. Zelfs de keuze om pindakaas erop te smeren is al van tevoren aangegeven. Zelfs als je een mandje met vele soorten beleg voor je hebt staan is de aantrekkingskracht van het meest aantrekkelijke van toepassing. Ondanks dat het denken wel vertwijfeld werkt, je neemt toch dat wat het sterkst aantrekt. En waarom? Dat weten we niet. De kennis zit in het geheel en is van het geheel. Dat gaat boven onze kleine pet van het denken uit. Al gaat het denken analyseren, het is altijd achteraf. Analyseert het denken het moment zelf, dan is dat het gevolg van afstoten of aantrekken. We zeggen dan: wil ik dit wel of niet? En dat is weer onderdeel van de beweging, kortom niet aan te ontkomen.

Er lijkt dus geen vrede te vinden. We dichten aan de innerlijke wilsenergie een 'ik' toe. Terwijl die geheel uit zichzelf opkomt. Achteraf zeggen we; het was een goede beslissing of een foute, terwijl er een groter geheel is, de eenheid zelf dat zich schept met alle vormen en consequenties van dien. We weten helemaal niet of iets goed of slecht is. Wat slecht lijkt kan in een ander perspectief juist heel goed uitpakken, terwijl het goede juist averechts kan werken.

Meningen hebben dus maar beperkte waarden, hooguit voor jou eigen beweging in het grote bewegende geheel. Jouw afstoten en aantrekken lijken deels bepaald door jouw meningen, maar die meningen zijn al bepaald door de conditionering opgedaan tijdens je hele leven. Dus gedachten, meningen zijn oud en reactief en nuttig om bijvoorbeeld zoals ik nu doe, achteraf iets op te schrijven, over een dialoog avond die twee dagen tevoren was. Terwijl er natuurlijk helemaal niets was, want er is geen enkele greep meer om aan vast te houden wat betreft die avond. Het is direct verdampt. Het verleden is alleen maar een compositie van het denken, van de analyse en dat is per definitie alleen maar een verschijnsel in het actuele bewegen van het leven.

Zelfs het nut van dit schrijven is zeer beperkt, want de beweging van het leven beweegt er geen spat meer of minder om.

Er is dus geen vrede te vinden in de beweging van het leven, tenzij we onderzoeken wie die vrede zou willen vinden?

Dan gaat het denken rennen achter zijn eigen staart. Dat is wat de verlichting versluiert. De zoektocht naar vrede en/of verlichting is de versluiering van vrede en verlichting zelf.

Om opnieuw volledig in het volle licht te staan, is een volledig zien van de beweging zelf onontkoombaar. De dualistische cadans is een op zichzelf vrij bewegende levendigheid, waarbij het 'zijn' als grenzeloze beschikbaarheid niets ook maar iets in de weg legt.

Zodra we in staat zijn leuk en niet leuk, gezond en ziek, geluk en ongeluk als gelijkwaardig en beide onontkoombare uitersten van de cadans te doorleven, kunnen we zien dat wat we werkelijk zijn, beide polen van de beweging omvat en dat we zelfs het bewegen omvatten.

Daarom zeg ik, dat wat we werkelijk zijn zelfs groter is dan het universum die we 's nachts waarnemen als we naar de sterren kijken.
Om volledig in het licht te staan -wat je natuurlijk allang doet, want er is alleen maar licht dat zichzelf vermaakt met haar eigen lichtspel- dien je om te beginnen geheel compromisloos te zijn. Het is een al geheel herkennen en erkennen van het al geheel. Het is eerder een volledig omarmen dan onthechten alhoewel beide wegen hetzelfde resultaat hebben: zien wat je bent. Alles afwijzen wat afgewezen kan worden brengt je tot ik-loos zien, maar alles omarmen, het totale geheel, tot zelfs het universum aan toe, zal je doen inzien dat je meer bent dan al het ge-omarmde.

Je bent het niets dat alles omvat.
Je bent het alles, omdat je het niets bent waarin alles kan verschijnen.

Waarom ik-loos zien? Omdat het 'ik' gekend wordt, dus gezien. Er is dus zien wat gelijktijdig het 'ik' waarneemt.

Het heeft daarom geen zin om de aandacht op 'ik' te richten om er vanaf te komen. Eenvoudig zien is voldoende.

Verlichting, ofwel bewust het licht zijn is geen garantie dat er geen 'ik' meer is. Sterker nog, dan is er ook geen behoefte meer de 'ik' sensatie te bestrijden, omdat gezien wordt dat ook dat een lichtspel is van het licht zelf. Het licht dat je bent. Eenmaal licht, is de hele wereld en universum verlicht.

Dan kan er een gedachte opkomen dat alles goed is, ook de mening dat er iets niet goed zou zijn. Die mening is ook goed, want beide tegenstellingen zijn kanten van dezelfde medaille, noodzakelijk om de beweging van het leven als de cadans van slinger van de klok in beweging te houden. En de cadans van de slinger van de klok wordt weer in evenwicht gehouden door de gewichten die niet in evenwicht hangen.

Zo mooi is alles! Wonderlijk en onbegrijpelijk en toch logisch en verblijvend in mysterie, in niet-weten.

Alles is gewoon zoals het is.

Vrede.

11 mrt 2013

'Zijn' is onvoorwaardelijke liefde


Aan 'zijn' hoeven we nooit te twijfelen. Er is een besef van lichamelijkheid met alle zintuigen. Er komen gevoelens op en gedachten verschijnen. Er komt een wereld op met een wolkenlucht, een spat regen, een rammelend autootje wat voorbij rijdt. Er wordt een wekker gezien met de wijzers op zeven uur. Geluiden van een wakker wordend dochtertje in een kamertje hiernaast. Ze zingt liedjes, althans de eerste zinnetjes ervan. Het vallende water van de douche waar een vrouw zich staat de douchen. 'Mijn vrouw' komt als gedachte op. Een drang te moeten plassen wordt kenbaar en doet me opstaan en naar de wc gaan. Dan wordt er mama geroepen en een papa roept papa terug. En dat allemaal als vanzelf, zonder een iemand.

Er is niemand, maar er is ook helemaal niemand nodig om dit allemaal te doen laten gebeuren. Het één volgt het ander op. Het leven leeft zichzelf en er is altijd voldoende ruimte om alles in volledigheid plaats te doen laten vinden.

Er is geen scheiding te vinden tussen dat wat plaatsvindt en een mij. Een 'mij' is gewoon het plaatsvinden zelf. Het is één gebeuren. En dat alles om niets, hooguit om dit, om dit zelf, omdat dit zelf het enige is dat er is.

En als vanzelf, oordeelloos, zonder enige beperking.

Een liefde zonder voorwaarden. Waarom een liefde?, omdat het de beschikbaarheid zelf is. Iets dat om niets beschikbaar stelt, dat noem ik liefde.

En zo verglijdt dit in dit.

Een glimlach bij een filmpje over een molletje. Een irritatie als er geen brood in de broodtrommel meer ligt. In pyjama door de tuin naar de schuur, om uit de vriezer een brood te halen. Een zien naar boven, naar de bewolkte lucht en het voelen van zeer kleine druppels op het gezicht.

En dat alles als vanzelf, maar niet vanzelfsprekend, oh nee, het is een wonderlijk schouwspel. Een uniek gebeuren en altijd eenmalig. Dit 'zijn', dit leven is altijd een unieke uitdrukking 'nu'
En natuurlijk komt het denken op de proppen, die dit denkt, de verwonderaar, als onderdeel van het gebeuren. Ook dat wordt gezien door het zien zelf.

Wat is toch dat ik, waar de mensen zo'n last van hebben? Waarom hebben de mensen zo'n last?

Ik kan beginnen met het feit, dat er vanuit ruimte, onbegrensdheid een val wordt gemaakt naar vorm, lichamelijkheid, naar een begrenzing in waarneming, denken en voelen. Eenmaal in deze situatie is er geen inzicht van onbegrensdheid. Het afgescheiden gevoel kan een grote angst meebrengen. Het totale alleen zijn.
In plaats de werkelijkheid van het alleen zijn te kunnen doorgronden en begrijpen door datzelfde al één zijn gaat de individu, zoals afgescheidenheid voelt, op zoek. Wanneer er een hier én en een daar is, een nu én een straks, een vroeger én een later, dan kan er alleen nog maar een bewegen zijn van … tot. En met deze beweging komen er de verwachtingen, doelen etc. die de reis nog gewichtiger maakt. Wanneer er het één en ander niet uitkomt ontstaan er problemen. De verwachtingen kloppen niet met de werkelijkheid. De werkelijkheid laat zich niet verwachten. De werkelijkheid is al die tijd bij jou geweest. Is al die tijd jouw woning. Jij bent de werkelijkheid en de werkelijkheid kan niets met welke verwachting dan ook.
Zelf vind ik die reis geheel fictief. Het is niet meer dan een verhaal. En de verhalen worden vastgeknoopt door het individu idee. En dat alles is denken.

Nu wil ik niemand motiveren om te stoppen met denken, wat toch niet gaat lukken. Wel is het mogelijk in te zien dat elke gedachte die zich aandient een verhaal is. Een verhaal die volstrekt afhankelijk is van een verleden en een toekomst, want de werkelijkheid op zichzelf: het 'zijn' heeft geen verleden en geen toekomst. Het 'zijn' zelf kan zich alleen nu uitdrukken. Elke beleving die je nu hebt is deel van de werkelijkheid en daardoor dichter bij de hele werkelijkheid. Ook gedachten zijn afhankelijk van het 'nu'. Alles kan alleen 'nu' aangediend worden, door het 'nu' zelf.

De hele werkelijkheid 'zijn' is misschien voor velen een abstractie, doch door het nu, het 'dit' bewuster mee te maken maak je direct deel en één met de werkelijkheid. Want elk vasthouden van een theekopje, elke hap die je neemt, elke vogel die je ziet vliegen is zuiver 'zijn' in actie! Wees dus gewoon! Met dat wat is. Zoek het niet verder. Hoe dichterbij hoe meer je thuis bent. Wees thuis en ga van daaruit op reis. Dan is elk verhaal een avontuur, hoe fictief ook, ook fictie, de droom, is een uitdrukking van 'zijn' en is op zichzelf 'zijnheid'.

Desondanks zit er in mensen het idee, dat er verlichting bestaat. Dat er bevrijding mogelijk is. Tja, zelf liep ik ook rond met die verwachtingen. Tot 'dit' mij overkwam, ofwel het verbijsterende inzicht, dat 'dit' het enige, goddelijke geschenk is die ons allen geschonken is en wordt. Het 'dit', besef dat maar eens tijdens het tandenpoetsen, of tijdens het kijken naar een soap. Het is verlichting zelf dat alles mogelijk maakt. Zonder licht geen zien. Daarom wijs ik op het 'zien'. Als je werkelijk het zien zelf tot je grootste aandacht maakt, dan kan het licht je niet ontgaan.

Jij wordt nooit verlicht, omdat het licht jou is. 

Er is geen brandende lamp nodig om het licht van een andere brandende lamp te zien.

Ook al voel je nog zo'n “ik” Het feit dat die gevoeld en gezien wordt zegt dat er verlichting genoeg is.

Be “ik” net als al het andere wat verschijnt in het schijnsel van licht.

Het is uiteindelijk allemaal een lichtspel.

Mooi hè, alles (loesje)