16 apr 2013

Zijn, de enige waarheid (bijgewerkt)

(Heb aan dit blogbericht nog wat toegevoegd voor de duidelijkheid. Dit is het voordeel van het bloggen.)

Zijn is volmaakt, al het andere wat er in verschijnt en manifesteert is onvolmaakt.(met onvolmaakt bedoel ik niet dat het niet goed is) 

Alles wat zich in 'zijn' voordoet doet zich alleen maar voor. Het heeft dus alle schijn tegen. Wat ik ook wel eens zeg, is dat alles wat zich in 'zijn' voordoet onvolmaakt is, omdat het zich continu aan het aanpassen is. 

*Een fladderende vlinder veroorzaakt een orkaan duizenden kilometers verderop.....  

Of zoals het aanpassen van mijn lichaam, dat moe en pijnlijk op de bank ligt, terwijl er werk genoeg ligt en een lief dochtertje graag met me buiten zou willen wandelen. Zij past zich weer aan door haar kast met speelgoed leeg te halen om zich dan toch maar zelf te vermaken. Aanpassen en worden, daar is alles mee bezig, alles wat verschijnt in 'zijn'

Aanpassen en worden. Daar zitten de meeste mensen in gevangen. Deze situatie is pijnlijk en vraagt enorm veel energie. Dat maakt dat mensen zoeken in van alles en nog wat. Comfort is er zo één. Het je zo gemakkelijk mogelijk maken met techniek, luxe, geld en genot. Een andere vorm van het je zo gemakkelijk mogelijk maken is die van spiritualiteit. We geven aan de pijnlijke situatie gewoon een betekenis, die hoger of abstracter is. We zeggen dan; het is Gods wil, of we zeggen dat het ons karma is die we moeten vervullen of we noemen het persoonlijke groei of we gaan prat op ons rugzakje vol moeizaam opgedane ervaringen en enkelen noemen zich daarmee ook nog wijs. Dan is er nog de zoeker naar bevrijding. Dat zijn de mensen die eigenlijk zelfdoding willen zonder zich daadwerkelijk voor de trein te gooien. Die willen er niet meer bij zijn, maar ook niks missen. daarbij is er de hoop al tijdens het leven Nirwana te bereiken. Helaas zijn er ook nog enkelingen die vanwege de pijn daadwerkelijk het leven beëindigen. Kortom aanpassen en worden is een pijnlijke aangelegenheid.

En toch vertel ik dat 'zijn' volmaakt is en waarheid heeft. Het is volmaakt, want het heeft geen tegenpool, waar het zich mee moet verhouden en het is waar, want het is het enige onveranderlijke, en vrij van ieder verschijnsel wat zich er in voor doet. Ook is het een waarheid, want het is niet te bestrijden. Het kent geen tegendeel. Niemand kan zeggen dat hij niet 'is' Zelfs alle tijdelijke en veranderlijke dingen zoals je lichaam en je gemoedstoestand zijn, omdat in zijn geen scheiding kan bestaan. Zijn en daardoor is alles, maar dat wil niet zeggen dat alles wat is het ene 'zijn' is. Uiteindelijk is alles één. Toch om dit helder te begrijpen is onderscheid maken wel een belangrijke stap.

hierboven benoemde zoektochten van mensen, allemaal om één ding en dat is vrij worden van pijn. (Graag voeg ik eraan toe, dat zijn niet te vinden is, maar alleen te zijn. De zoektocht is dus eigenlijk alleen een uitstellen van bewust zijn, wanneer het bewust zijn dan toch aandient, wil het nog niet zeggen dat iemand ergens van bevrijd is. Er is geen ontkomen aan pijn, wel wordt het gezien vanuit een pijnloos besef van zijn, waardoor er ook een beter begrip is hoe en waarom pijn ontstaat. De pijn neemt geen loopje meer met je, want dat wat je "je" noemt is een onpersoonlijk zijn geworden, wat weer niet wil zeggen dat je een ongevoelig mens wordt, integendeel, de intensiteit wordt voller. Het leven wordt vol-ledig geleefd. Niets kan nog toegevoegd worden, niets kan er van af. Alles is zoals het is, onvolmaakt doch perfect. De functie van satsang of 'zijnsdialogen' is alleen het bewust zijn te verhelderen. En al wat het in de weg staat zichtbaar te maken. Hiervoor hoeft niets gedaan te worden, dan zitten, zien en misschien er iets over te spreken. Het is geen tour de force)

Hoe is dat bij mij zo gegaan? Daar wil ik best wat over vertellen. Alhoewel het een verhaaltje is en dat verhaaltje zeker geen waarheidsgehalte kan hebben, vanuit het oogpunt waar ik sta.

Er was in het gezin waarin ik geboren ben veel ruimte om zelf ideeën te mogen hebben. Mijn ouder waren artistiek en hadden veel belangstelling in allerlei culturen en religies. Zeker wat kunst betreft. Zo werd ik al opgevoed met vele goden die geen goden hoefden te zijn. De filosofische aard heb ik zeker van mijn ouders en grootouders geérfd. Mijn opa wees me naar de oude kastanjeboom en vroeg me goed te kijken. Hij probeerde me te laten zien dat wanneer je de boom werkelijk wilt zien je ieder idee over die boom moest kwijtraken. Om de boom te begrijpen, moest je eigenlijk alle kennis over die boom loslaten. Een hachelijk proces voor een jongen van twaalf.

Wat opa me heeft doen laten inzien is dat er schijnbaar mensen zijn zoals hij die iets wisten wat ik niet wist en waarvan de meeste mensen geen weet hebben en zelfs geen enkele belangstelling voor hebben. Sinds die tijd hebben mijn gevoelssprieten altijd open gestaan voor zulke mensen. Ik ontmoette een schaapherder Miquel. Zonder dat hij werkelijk iets zinnigs vertelde gebeurde er iets met me, door puur in zijn nabijheid te zijn. Aangezien ik nog heel jong was en niet precies wist wat er gaande was kon ik het niet plaatsen. Het enige was dat ik merkte, dat bij hem te zijn, zitten of mee wandelend de waarheid dichterbij leek. Het was een intuïtief iets en zeker nog niet verhelderend. 

De oude zeeman Paco Parra kwam op mijn pad en terwijl ik een neiging had om depressief te worden als puber, was hij het die met een moker vastgeroeste ideeën omver sloeg. De belangrijkste opmerking die hij dikwijls maakte was, dat alles een leugen is, zelfs de leugen dat alles een leugen is. Deze verwarring, deze dreun naar niet-wetendheid werkte zeer bevrijdend. Hij verwachtte geen intellectuele hoogstandjes van mij. Ik hoefde er niet mee aan te komen. Ik hoefde nergens mee aan te komen. Met niets was ik genoeg voor hem.
Nooit hebben we ooit over verlichting gesproken. Zelf had ik nog geen idee van verlichting. Ik was vijftien, zestien jaar en het voelde als in waarheid zijn, wanneer ik samen met Paco de vissersboten de haven binnen zag varen. 

Na terugkomst in Nederland verdween mijn Spaanse jeugd op de achtergrond. Het lijden werd heviger en depressies dieper. Ik werkte en vocht voor een redelijke plaats binnen zowel relaties en maatschappij. De relaties waren ziekelijk, verminkt en weinig gelijkwaardig. Het werk ging moeizaam en het maatschappelijk systeem leek ver van de waarheid die ik bij Miquel en Paco had ervaren.

Toen kwam ik op 25 jarige leeftijd alleen in een bovenhuis boven Mieke Werts te wonen. Bijna direct voelde ik een gelijksoortige toestand als bij Paco en Miquel. Ook wees ze me erop dat elk probleem die ik schetste een denkbeeld was. "denken!" riep ze dan. Ze werd meteen een goede vriendin. Ik wilde zo vaak mogelijk bij haar zijn, omwille van de waarheid die zonder enige twijfel of discussie door haar heen scheen. Als vriendin kon ze nauwelijks voldoen aan mijn verwachtingen en vaak voelde ik me niet gezien of gehoord en toch, omwille de waarheid bleef ik haar trouw en klaagde ik niet. Nooit heb ik het doel gehad om iets te bereiken. Het was een vastbeslotenheid, ik kon niet anders. Later pas begreep ik, dat door de helderheid die via haar bij mij binnendrong mijn eigen mist kon verdampen. 

Tegelijkertijd in dat proces ontmoette ik Tieneke Bertelink, die op het moment dat ik ziek was mij geheel belangeloos hielp. Mijn lichaam was ziek en mijn leefwijze ziekmakend. Wat als waarheid intuïtief was gebleven wist zij met heldere woorden tot mijn verstand te brengen. Hierdoor kon mijn zelfbeeld zich ontspannen en zich terug geven aan dat waar het uit voortkomt, 'zijn'. 
Na vele boeken over non-dualiteit te lezen bracht ze me op een zondagochtend naar Bergen Noord Holland. Daar zou Jan van Delden de "stoelendans" geven. Zonder flauw benul wat me te wachten stond was alles wat hij vertelde één grote herkenning. Eén samenvallen van Miquel, Paco, Opa en Mieke en Tieneke. Een zekerheid overviel me. Een zekerheid die elke betrekkelijkheid omhelsde. 'Zijn'.

Hiermee kwam ik terug bij Paco. Inmiddels zeer oud. Hij waardeerde het samenzijn waarbij filosofie of ander geklets totaal overbodig werd. Hiermee kwam ik terug bij Mieke, waarbij filosofie en ander geklets totaal overbodig werd. Nu was er alleen nog maar gewoon 'zijn', heel gewoon, alledaags en zonder enig vraagstuk.

Ben ik nu verlicht? Geen idee, ik weet nog steeds niet wat het is. Ondanks dat ik een zoeker was, was ik nooit op zoek naar verlichting. Wel naar waarachtigheid, maar zelfs waarheid als begrip heeft geen enkele houvast meer. Een briefwisseling en twee ontmoetingen met Hans van Dam 
(niet-weten.nl ) heeft waarheid als object en concept nog eens vermorzeld! 

Zijn, de enige waarheid, die als waarheid niet bestaat. Alles wat bestaat smeekt om waar te zijn, maar omdat het als opkomen, blinken en verzinken geen duurzaamheid kan hebben, is alles wat bestaat relatief. Is 'zijn' dan absoluut? Ja, alleen kan ik het bestaan ervan niet aanwijzen. Niemand kan dat. En toch is het dankzij alles wat niet de waarheid is kenbaar. Dankzij het zien van onwaarheid is er waarheid. ( zie onder: de spiegel )

Ben ik nu een ander mens. Nee, en vooral geen beter of slechter mens. Wel kan ik zeggen dat alles waarachtig is zoals het is - of onze gedachten er nu een goed/slecht labeltje er aan hangt of niet - dat komt omdat er geen scheiding is. Mijn tijdelijke lichaam is doordrongen van 'zijn'. Mijn gedachten en gevoelens zijn doordrongen van 'zijn'.

Vroeger was ik me meestal niet bewust van mijn grote teen. Sinds de zekerheid me overviel wordt niets meer ontzien, of niet gevoeld en tintelt het hele lichaam en wordt het hele organisme als een onafhankelijke toestand ervaren. Zo ook het universum waar mijn lichaam door gevoed wordt is een onpersoonlijk en onafhankelijk organisme. Alles is teruggeworpen tot natuurlijkheid en dus zonder enig twijfel of vraagstuk.

Is er een pad naar deze toestand? Ach, dit verhaal lijkt een pad. Maar ik heb hem echt niet bewandeld. Het is gebeurd. Het overviel me stap voor stap. Maar wat heeft het voor zin om daar enig voorbeeld uit te halen.

Het zijn met de mensen waarbij ik die waarachtigheid aanvoelde heeft me bij de waarheid gebracht. Paco en Miquel zijn dood. Mieke leeft. Geregeld lig ik bij haar op de bank en eten we samen brood. We drinken thee. We zwijgen of vertellen elkaar wat alledaagsheid. Nog steeds is de waarachtigheid helder!

Mijn advies voor jou? Wanneer je die waarachtigheid voelt bij iemand, maak er gebruik van. Ga erbij zitten. Niet omdat iemand wijs is of een goeroe, of een goed voorbeeld is voor anderen, nee. Gewoon om de waarachtigheid zelf.
Verwacht er niets persoonlijks in te vinden. Het is een onpersoonlijke bezigheid, want waarheid kan nooit persoonlijk bezit worden of persoonlijk zijn. Waarheid omvat alles en iedereen en doet ieder concept, zelfs die over de waarheid zelf verbleken.

Waarom ik dit alles vertel? Het moest gezegd worden. Er zijn mensen die mij haten en er zijn mensen die me liefhebben. Allemaal hebben ze voor een deel gelijk. Beide kanten liggen hier op de bank, met dorst, moeheid en buikpijn en een laptop op de schoot. Ik dank iedereen die een deel op dit pad is geweest, of er nou haat of liefde uit voortkwam. Beide aspecten zijn de enige twee waaruit gekozen kan worden zolang het om het persoonlijke gaat.
Ik nodig iedereen uit voor waarachtigheid te gaan en de vraag te stellen of iets waar is. 

De spiegel schoon poetsen tot het licht er volledig in weerkaatst en terug kan schijnen het licht in.

Nu ga ik wat drinken, de laptop opruimen en mijn dochter uit bed halen.