Verlichting,
zelfrealisatie, ontwaken wordt ook vaak thuiskomen genoemd.
Thuiskomen in waarheid, of je werkelijke 'zijn'. Als titel voor dit
schrijven gebruik ik thuiskomen in 'zijn', omdat ik thuiskomen
bijzonder geschikt vind om misstanden te verhelderen. Wat het hele
traject van thuiskomen namelijk inhoud is verhelderen. In het woord
thuiskomen en ontwaken zit iets van een doener verborgen. Verlichting
en zelfrealisatie zijn reeds een aanduidingen van iets dat is.
Thuiskomen en ontwaken hebben beide nog een traject in zich en juist
dat boeit mij er iets over te schrijven.
Het
verlangen om thuis te komen suggereert dat iemand van huis is,
waarschijnlijk zelfs verdwaald met een diep instinctief verlangen
terug te keren naar dat, het thuis, dat hij ergens denkt te kennen,
of te herinneren, of waarvan hij gehoord heeft dat het bestaat. Het
thuis is een toestand, waarbij elk doel als bestemming is verdwenen
in een intens helder levend nu. Eenmaal thuisgekomen in 'zijn' is op
spiritueel niveau elk zoeken verdwenen dus ook de onrust en twijfel
die er voorheen en tijdens het thuiskomen waren. Deze zekerheid, deze
helderheid, deze waarheid is wat ook verwacht wordt door de zoeker te
vinden. Zolang deze verwachtingen niet zijn ingelost zal de zoeker
blijven zoeken. De enkelen, maar inmiddels steeds meer mensen die in
deze zekerheid, helderheid en waarheid leven zijn ook weer
stimulerend voor de zoeker om door te gaan. Het is immers te
bereiken, want anderen zijn hen voor gegaan.
Vanuit
allerlei spirituele wegen worden er trajecten aangeboden om dit doel
te bereiken. Er is een heuse handel in trajecten naar verlichting
ontstaan gedurende de eeuwen. Er zijn er die pijnlijk zijn, of juist
feestelijk of wegen van arbeid en dienstbaarheid. Waar de Advaita
naar verwijst is juist andersom, niet het traject, maar naar diegene
die het traject aflegt; wie is het? die zoekt. Het onderzoeken van de
vraag wie ben ik is natuurlijk ook een traject, maar wel een
directe. Je hoeft er nergens voor naartoe en er niets voor te doen,
dan alleen in jezelf die vraag te stellen. Deze zelfreflectie zegt
het al, het reflecteert naar jou zelf. Dat zelf wat je graag wilt
realiseren. Deze reflectie reflecteert naar het diepste in jou.
Voorbij wat je denkt, voorbij wat je voelt, want denken en voelen
worden nog steeds gekend aan de periferie van wat jij bent, dus die
dienen voorbij gegaan te worden. Het zelf onderzoek is dus niet een
analyse over wat je denkt en wat je voelt, want die beiden zijn de
verdwaalden die verlangen om thuis te komen. Het thuis is dat wat de
bron is van al die ervaringen (de gedachten en de gevoelens en de
waarnemingen die deze beiden de buitenwereld noemen) Thuiskomen in 'zijn' is de titel waarmee ik begon. Ik gebruik 'zijn' als een abstract
woord voor iets wat ik eigenlijk niet kan benoemen. Dat ik het niet
kan benoemen betekent dat ik het niet weet. Het is niet iets wat door
mijn weten en kennis geconfisqueerd kan worden. Toch schrijf ik
erover en noem ik het 'zijn'. Met alle voorzichtigheid, want iets
benoemen wat van zichzelf geen naam heeft is al verwarrend genoeg.
Sommigen hebben het over bewustzijn of bewust-zijn. Ook dat is prima,
maar niet mijn woord. Dat er uit het denken en voelen en de
combinatie daarvan een zelfbewustzijn ontstaat dat zichzelf kan
reflecteren door te denken over de gedachten en het doorvoelen van
gevoelens betekent nog niet dat dát waar ik naar verwijs ook zichzelf
bewust is. Het zelfbewustzijn van het denken en voelen, afhankelijk
van lichaam en zintuigen is voor mij overduidelijk de verdwaalde die
op zoek is naar thuis. Het thuis gaat aan de zoeker vooraf en
voorbij. Eigenlijk suggereer ik hiermee dat de zoeker min of meer het
zelf in de weg staat. Het zelf of zoals ik het dan noem 'zijn' is
mogelijk bewust, maar dat kan ik qua ervaring, dat het 'zijn'
onmogelijk kan kennen niet bevestigen. Toch is er die overduidelijke
constellatie van eenheid, wat de uitkomst van het thuiskomen in 'zijn' uiteindelijk door iedereen en ook door mij wordt uitgedrukt. De
Advaita richt zich op de waarheid door de onwaarheid te verhelderen
en op te lossen. Dat is het inzicht. Wat niet waar is kan geen
waarheid zijn. Waarheid is dat waar onwaarheid ontbreekt. Ook dat wat
veranderlijk is kan nooit het onveranderlijke 'zijn' zijn. En toch
spreken de thuisgekomen ontwaakten over eenheid. Uiteindelijk blijkt
waarheid en onwaarheid een ondeelbare waarheid. Eenmaal in waarheid
of waarachtigheid levend is alles waar en niet waar. Het is voorbij
elke intellectuele verwijzing. De intellectuele verwijzingen zijn
gereedschappen voor de zoeker maar niet voor de ontwaakte
thuisgekomen zelf-gerealiseerden. Elke verwijzing is voor hen
onderdeel van de droom die als enig doel heeft te ontwaken uit
zichzelf. Ook het uiteindelijke ogenschijnlijk bereikte doel,
zelf-realisatie of ontwaakt 'zijn' en verlicht 'zijn' behoren tot de
droom van de zoeker. Voor diegene waarbij de zoektocht is verdwenen
is er niet iemand die wat dan ook is.
Hij
lijkt en doet als een timmerman, maar 'zijn' is alles wat er is. Hij
lijkt en doet als een verlichte, maar 'zijn' is alles wat er is. Hij
lijkt alles te weten over verlichting en spiritualiteit, maar in
werkelijkheid weet hij niets, en dat weet hij verdomd zeker!
Met
deze laatste woorden citeer ik Jan van Delden