5 mrt 2013

'zijn' een aha erlebnis


Een kleine beschouwing na de dialoogavond van 2 maart.

Ware levendigheid blijft nooit hangen in verhalen.

Verhalen zijn dood.
Het ik van gisteren heeft nooit bestaan en het ik van morgen zal nooit geboren worden.

Het 'zijn' sterft niet, is nooit geboren, wordt nooit een verhaal,
is alleen maar dit.

Desondanks verschijnen er verhalende gedachten, anekdotes over vroegere gebeurtenissen en bedenksels over wat mogelijk komen gaat.

Het denken bestaat bij de gratie van een denkbeeldige tijd, want het denken is altijd het 'nu', het 'dit' aan het analyseren, wat weer alleen mogelijk gemaakt wordt door referentiekaders opgedaan in het verleden. In die zin is het denken een stuwing van het verleden. En het verleden bestaat, alleen voor het denken. Geen steen vraagt zich ooit af, hoe het verleden was. Geen boom vraagt zich af hoe het verleden was. Geen menselijke lichaam vraagt op zichzelf af hoe het verleden was. Let maar eens op. Kijk goed, bekijk het lichaam eens goed. Zie hoe het op zichzelf staat. Het lichaam 'is'

Het denken heeft een verleden en een toekomst geschapen en probeert vanuit die referentie verstandige of slimme beslissingen te nemen. Helaas hoe goed bedoelt ook van het denken, elke ogenschijnlijke beslissing brengt tweeslachtigheid met zich mee.
Kijk goed naar het denken (weten) en zie hoe het werkt. Ik spreek voor mijzelf en kan nooit voor een ander spreken.

De natuurlijke staat van 'zijn' is zo dichtbij, zo herkenbaar, dat het met gemak vergeten wordt, en over het hoofd gezien. Maar wie vergeet het, wie ziet het over het hoofd? Het denken, dat zichzelf als autonome denker als 'ik' beschouwd ziet deze staat over het hoofd. Terwijl het denken, of weten compleet afhankelijk is van die staat, wat een staat is van niet-weten. Er is dus geen autonome denker. Het denken heeft een voertuig nodig en dat is het lichaam. En het lichaam 'is', zelfs zonder te weten dat die is en heeft geen denker nodig om te zijn. Een lichaam zonder denken is nog altijd aan het lichaam zijn.

Daarom is het terug vinden van de natuurlijke staat van 'zijn' een aha erlebnis, want dat vinden, ofwel het spontane vallen in deze staat gaat voorbij of om het denken heen, of gebeurd wanneer er even geen denk-aandacht is. Het is een toestand van niet-weten. Daarom is deze staat zo dikwijls gewoon aan de gang, alleen is er niemand die er erg in heeft, omdat er gewoon niemand is. En dan komt het denken op de proppen en met het verhaal 'ik' en komt de tweeslachtigheid weer. Wanneer de 'ik' geen regie heeft door zijn afwezigheid, worden gebeurtenissen niet opgeslagen, is er geen herinnering. Dan is het leven alleen maar 'dit', het gebeuren nu. Het direct opkomen en gaan van levendigheid, inclusief het denken dat erbij hoort, maar dan wel een denken zonder verhaal. Het denken, dat bedenkt hoeveel schepjes koffie in het filtertje moet, is een praktisch en direct handelend denken. Daarvoor hoeft niet bedacht te worden hoe lekker de koffie smaakte gisteren tijdens het vertoeven op een terrasje.

Nu zoals ik eerder heb beschreven komt het aan op 'zien', niet op het vermijden van gedachten. Wanneer eenmaal gezien wordt dat 'zijn' de ingrond van je bestaan is, kan het 'zijn' zelf tot iedere laag doordringen, zelfs door het verhalende denken. Dan maakt het niets meer uit, dan is het besef, dat alles 'zijn' zelf is helder. Dan is alles één en niet meer dan dit, wat het is.