Een verzameling woorden als reflectie
op de dialoog van vrijdagavond 22 februari.
Alles is 'zijn'. Zijn is alles wat er
is.
Dat unieke pakketje wat een lichaam
lijkt te zijn, met allerlei sensaties, is eigenlijk niet meer dan een
eruptie als uitdrukking van 'zijn'.
Altijd anders, altijd in beweging, net
als de wereld dat via het lichaam gezien wordt.
En het denken en het voelen zijn ook
erupties als uitdrukking van 'zijn'
Niets schept iets in niets.
Dat iets dat verschijnt en verdwijnt in
dat wat geen woord nodig heeft.
Geen begrip.
Dát wat elk begrip te boven gaat. Dát
wat elk iets in zich draagt zodra het verschijnt.
Alles is zijn, ook het idee 'ik'
Als je het idee 'ik' als persoon
herkent als zijnde een gedachte, dat als gedachte verschijnt en
verdwijnt, dan is de persoon als waarheid, als identiteit doorzien.
Het enige ik of jij is
'zijn'.
Alleen een persoon kan werken aan
zichzelf, proberend een spiritueler of beter persoon te zijn. Alleen
een persoon volgt een pad geplaveid met normen en waarden, voorkeuren
en afkeuren. Een pad van goed of kwaad. Een pad van onderscheid.
Wie of wat is dat, die persoon?
Het enige wat gebeurd is zien. Niet dit
zien of dat zien, maar eenvoudig zien. Als dat zien je thuis is, is de
gedachte ik of jij niet meer dan een verschijnsel, zoals de wolken
aan de hemel, de ganzen op de trek, de vallende druppels gesmolten
sneeuw.
Jij als persoon kan geen
onafgescheiden, onafhankelijk leven leiden. Jij als persoon kan geen
vrijheid of verlichting bereiken. Wat je bent is niet onverlicht,
verlicht of verlichtender.
Wat je bent is 'zijn'
En zelfs dat ben je niet.
Maar als je inziet, wat je allemaal
niet bent, komt vanzelf de stilte, het woordeloze en gedachteloze
bovendrijven, als de altijd vormloze aanwezigheid, waarbij de
uitdrukking van het lichaam én het denken en voelen alleen nog maar
het idee “ik ben” kan bevestigen.
Het “ik ben” is het eerste concept
vanuit de ervaring van “zijn”. Daar begint de spiegel, de
reflectie én het wonder, want dat niets iets schept, waarin het
niets zichzelf reflecteert is een wonderlijk lichtspel. De dans van
'zijn', waarbij niets iets in beweging brengt en elementen doet doen
ontstaan. Waarbij dit lichtspel als tijdelijke en veranderlijke
vormen in een tijdloos niet te grijpen nu de kosmos doet zijn.
Waarom? Dat weet ik niet.
Begrijpen? Dat kan ik niet.
In alles schuilt een grote afwezigheid.
Er is niemand, dus zeker geen begrijpen of weten.
En binnen de reflectie kan er alleen
'zijn' gezegd worden.
Het “ik ben” is de fictieve naakte
persoon leeg van iedere kwalificatie. Dat is de open deur naar 'zijn'
en 'zijn' is de open deur naar waar elk woord sneuvelt.
Eenmaal alle deuren terug, blijkt er
niets meer te zijn dat dit:
Zijn, schrijvende, vogels geluiden
makend, brommen van de koelkast, opkomende gedachten
over “ik ben”, huilende
honden in de verte.
Wanneer alle deuren als openheid gezien
wordt, is alles “Dit”
En “Dit” kan niet gedaan worden, of
bereikt worden.